Waarom is dit van belang? Heel simpel. Omdat de Belangdienst meer gaat optreden tegen schijnzelfstandigheid. Een organisatie riskeert daarmee een naheffing van sociale premies en/of pensioenpremies. Daarnaast kan de Belastingdienst een boete opleggen. Opdrachtgevers lopen dus risico, als later blijkt dat een zzp’er niet echt zelfstandig is.

Wat wordt verstaan onder schijnzelfstandigheid?

Schijnzelfstandigheid betekent (in het kort) dat iemand als zzp’er of freelancer wordt ingehuurd, maar de verhouding tussen de organisatie en de freelancer meer lijkt op een werknemer/werkgever-verhouding.

Dat de Belastingdienst optreedt tegen schijnzelfstandigheid betekent dus dat je de samenwerking moet beoordelen. Je moet zeker weten dat het gaat om een zelfstandig ondernemer, géén werknemer. 

Wel of geen sprake van schijnzelfstandigheid?

Gelukkig zijn er een aantal kenmerken waarmee je makkelijk kunt achterhalen of er sprake is van schijnzelfstandigheid. Ik licht hier de belangrijkste kenmerken toe.

1. Geen gezagsverhouding

Bepaalt de freelancer zelf hoe de opdracht wordt ingevuld, wanneer hij/zij werkt en op welke locatie hij/zij werkt? Dan is er waarschijnlijk géén sprake van schijn-zelfstandingheid.

Dit betekent ook dat de freelancer zich kan laten vervangen door een ander en dus werkzaamheden uit kan besteden.

2. Ondernemersrisico

Een ander belangrijk punt is dat de freelancer zelf risico loopt wat betreft de uitvoering van de opdracht. Als de freelancer ziek is, dan is dat zijn eigen risico.

De freelancer zorgt ook zelf voor de spullen die hij/zij voor de opdracht nodig heeft. De freelancer krijgt dus bijvoorbeeld geen laptop of mobiel van de organisatie die hem inhuurt.

3. Gedrag van de ondernemer

Als de freelancer zich naar buiten toe gedraagt als ondernemer, wordt ervan uitgegaan dat hij/zij als zelfstandige wordt ingehuurd. Dit betekent onder andere dat freelancer ook nog andere opdrachtgevers heeft voor wie hij/zij werkzaamheden uitvoert. Ook heeft de freelancer een website, gaat hij/zij bijvoorbeeld naar netwerkborrels en plaatst de freelancer advertenties.

4. Kennis & ervaring

Als de freelancer vanwege zijn kennis en ervaring wordt ingehuurd, wijst dit erop dat je te maken hebt met een zelfstan-dige. Hierbij geldt dat die kennis verder niet aanwezig is binnen de organisatie. De freelancer brengt dus kennis mee die de organisatie niet heeft.

Zorg er dus voor dat de freelancer geen werkzaamheden uitoefent die andere medewerkers ook uitoefenen.

5. Vergoeding

Ook de hoogte van de vergoeding is belangrijk bij de beoordeling van de samenwerking. Is deze duidelijk hoger dan voor iemand in loondienst? Dan is er waarschijnlijk sprake van een zelfstandige. Daarnaast wordt er gekeken of de freelancer per uur of project wordt betaald of er sprake is van een vast salaris. Dit laatste wijst namelijk weer op schijnzelf-standigheid.

6. Duur en omvang van de opdracht

Een ander kenmerk is dat de opdracht van korte duur en voor een beperkt aantal uren wordt uitgevoerd. Het gaat dus niet om een fulltime-invulling voor onbepaalde tijd, maar een concreet project waarvoor de freelancer wordt ingehuurd. Let hier ook op in het kader van de opdrachtomschrijving in je contracten.

En nu?

Indien er geen sprake is van schijnzelfstandigheid kun je de freelancer namelijk blijven inhuren als onafhankelijke partij. Zorg ervoor dat de genoemde kenmerken ook terugkomen in het contract dat je met de freelancer sluit. Dit kan helpen voor de controle door de Belangdienst.

Indien er wel sprake is van schijnzelfstandigheid kun je de freelancer beter als tijdelijke werknemer inschakelen, voor de duur van de opdracht. Sluit in dat geval een arbeidsovereen-komst met de freelancer. Hiermee voldoe je als organisatie aan de wettelijke eisen en voorkom je naheffing en boetes.

Hulp nodig? Neem gerust contact op of plan een gratis gesprek in.